Kennisplatform voor het noorden

‘Watercorridor laat de natuur voor je werken’

Geplaatst op 2 april 2021
‘Watercorridor laat de natuur voor je werken’

Een fietsritje op zondagmiddag, samen met je zoon en dochter. De route die zoonlief heeft gekozen is jammer genoeg best rechttoe-rechtaan langs de weilanden. Maar dan krijgt je dochter een verandering van landschap in het vizier: “Zullen we daar naartoe fietsen? Dat ziet er mooi uit!” Bij aankomst blijkt het een oase te zijn in het agrarische landschap: een groepje bomen en struiken, een grote vijver, bloemen en planten die half in het water staan. Zoekend naar een verklaring stuit je op een informatiepaneel, waar je kinderen al snel luidop staan te lezen. “Het is een watercorridor, pap! Hier maakt de natuur het water schoon!” Naast het enthousiaste stemgeluid van je kinderen, hoor je alleen vogels en ruisende bomen. Niet gek, zo’n watercorridor. Zouden ze op meer plekken moeten doen.

Een utopisch verhaaltje? Dat hoeft helemaal niet. Als het aan Bioclear earth in Groningen en een aantal samenwerkende partijen ligt, komen deze watercorridors er. En zijn ze over een aantal jaren een bekend beeld, her en der in het agrarische landschap. Het praktijkconcept Watercorridors wordt binnen Bioclear earth zelf ontwikkeld. “Het is een natuurlijk systeem waarin overtollige nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen die afstromen uit een aaneengesloten landbouwareaal worden vastgehouden en afgebroken”, omschrijft chief technology officer en senior adviseur Maurice Henssen het kort maar krachtig. Na zijn studie Chemische Technologie aan de TU Eindhoven begon hij in 1993 bij Bioclear Earth als adviseur bodem, hij is gewend aan het werken aan langlopende projecten zoals deze. Maar nu het idee voor de watercorridors zo ver ontwikkeld is, wil Henssen graag aan de slag met technische pilots en een haalbaarheidsverkenning.

Pilot in de Veenkoloniën

“We zijn bezig om met een aantal partijen draagvlak voor een kleinschalige pilot te creëren. Mooi zou zijn ergens in Noord-Nederland, bijvoorbeeld in het Veenkoloniëngebied, op de grens van Groningen en Drenthe. Dat willen we doen in samenwerking met waterschappen, provincies, LTO, agrariërs en gemeenten, bijvoorbeeld aangevuld met een partij als AVEBE. Opleidingen kunnen bovendien aanhaken voor onderzoek.” Uit zo’n pilot kun je heel veel gegevens halen, vertelt Henssen. “Op basis van eerste praktijkberekeningen kunnen we de vraag beantwoorden hoeveel ruimte een efficiënt werkende watercorridor nodig heeft in een vrij intensief landbouwgebied. We hebben al onderzocht dat het 1 tot 2 procent van een aaneengesloten landbouwareaal zal zijn. Vergelijkbaar waarschijnlijk met het areaal dat we nodig hebben voor lokale waterberging.”

Schoon water

De Nederlandse landbouw heeft wereldwijd de hoogste opbrengst per hectare en werkt enorm efficiënt, maar we zijn er nog niet helemaal. “We zijn goed in het behalen van hoge rendementen, maar we hebben problemen met gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten. Daarvan komen nog te hoge hoeveelheden in grondwater en oppervlaktewater terecht. Wij zoeken een oplossing waarbij de landbouw nog steeds een hoge opbrengst genereert, maar ons grond- en oppervlaktewater niet meer belast.” Henssen vertelt dat de landbouwsector zelf ook graag zo’n oplossing ziet. Voor de waterschappen is het eveneens interessant: zij zijn tenslotte verantwoordelijk voor schoon water. “Het is een lastig vraagstuk. Onze watercorridors kunnen onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen. Enerzijds zal met een verdere verduurzaming van het bodemgebruik de afstroom van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen worden beperkt. Anderzijds kan de watercorridor het slot op de deur zijn, om dat wat uitstroomt op te vangen. Er zijn vele manieren om een gezonde bodem te creëren: je moet goed nadenken over hoe je de bodem bemest en bewerkt en wat je doet met nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Agrariërs passen echt niet meer beschermingsmiddelen toe dan ze nodig hebben. Daar worden nu al goede stappen gezet. Je moet dus aan de ene kant toe naar een gezondere manier van het bewerken van de bodem, en aan de andere kant kun je het gebruik van watercorridors daaraan koppelen. Zodat nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen die tóch in het water terecht komen, op natuurlijke wijze worden afgebroken.”

Waterberging

Een watercorridor is een watertechnisch gereguleerd systeem. “Agrariërs en waterschappen hebben een goed beeld van waar water terechtkomt, zij kunnen vrij nauwkeurig aangeven waar een watercorridor het meeste nut heeft. Water stroomt naar een bepaalde kant van een aaneengesloten landbouwareaal, dat komt onder andere door hoogteverschillen. De kunst is om gebruik te maken van de omstandigheden die er al zijn. Door eventueel een stuw of dammetje neer te leggen kun je de route van het water nog iets meer redigeren.” De adviseur weet dat agrariërs er al veel aan doen om te zorgen dat de middelen die zij gebruiken niet de sloot in stromen. “Maar tegen hevige regenval kun je niet zoveel doen: dan stroomt een deel toch de sloot in. Een watercorridor fungeert dan als een curatieve oplossing aan het einde van de stroom. Het is een waterberging: een waterbuffer als het nat is en een waterbassin waaruit je kunt putten als het droog is. Het is een perfect middel voor klimaatadaptatie.”

Landschappelijke waarde

We zullen de watercorridors waarschijnlijk niet binnen één of twee jaar in grote schaal in ons land zien verschijnen: er is nog veel pilotonderzoek nodig en er moet nog veel gebeuren om draagvlak te creëren. “Iedereen moet er iets aan hebben. Natuurlijk: schoon water hebben we allemaal wat aan. Maar de inspanningen die bijvoorbeeld agrariërs doen voor een watercorridor, moeten ook beloond worden. Wij merken dat de sector graag wil verduurzamen en ook het nut ziet van bodemgezondheid en meer bodembiodiversiteit.” Daarnaast is een watercorridor een stukje toegevoegde landschappelijke waarde, zoals ook in onze ‘utopische inleiding’ te proeven is. “Als het is ingericht, is het een prachtig stukje natuur. Dan hoef je er eigenlijk niets meer aan te doen: je laat het gewoon liggen en het doet zijn werk. Dat is de natuur, die lost zelf zo ontzettend veel op. Voor provincies en gemeenten zijn het extra locaties voor natuurrecreatie, aantrekkelijke gebieden. Zo’n informatiepaneel zou ik zeker aanraden: dat helpt bij de bewustwording.”

Water? Niet sexy

Zonneparken zien we wél overal in het landschap verschijnen. De energiesector staat hoog op de politieke agenda en zonne-energie is booming. Agrarisch ondernemers worden geprikkeld om voor een hoog bedrag per hectare duizenden zonnepanelen op hun land te laten plaatsen. Henssen: “Zonne-energie is hot, waterkwaliteit niet. Het is gewoon niet sexy genoeg, het grote publiek maakt zich er niet druk om. Alleen insiders zijn er mee bezig, want het wordt steeds moeilijker om ons water schoon te houden. Dat gaan we echt merken de komende decennia. De biodiversiteit neemt gigantisch af, dat merken we nu al. Het is niet zo makkelijk in cijfers uit te drukken als de kilowatturen die je uit een zonnepaneel haalt, dat maakt het voor veel mensen nog ongrijpbaar.” 

Businesscase

Samen met studenten van de RUG bestudeert Bioclear earth welke financiële prikkel er aan watercorridors gekoppeld kan worden. “Er moet een incentive zijn, zoals een belastingverlaging of potentie voor opbrengstverhoging. Als je als agrariër meedoet aan een watercorridor, dan neem je deel in een collectief systeem dat collectief beheerd wordt in functie van meerdere agrariërs. Deze deelnemers moeten daar voordeel van hebben. Bijvoorbeeld in de vorm van verlaagde waterschapsbelasting, of meer betaald krijgen voor je opbrengst. Nutriënten die uitstromen is niet alleen een probleem van agrariërs: het is een maatschappelijk probleem. We moeten dan ook allemaal bereid zijn om meer te betalen voor landbouwproducten.” Landbouwproducten zijn in het Veenkoloniëngebied vooral aardappels en suikerbieten. “Maar in de Betuwe heb je meer fruitteelt, in Noord-Holland onder andere boomkwekerijen: daar wordt met hele andere stoffen gewerkt. Het is een uitdaging om te onderzoeken wat er nodig is om de verschillende gebruikte stoffen af te breken.”

Bacteriën en schimmels

Wat in elk geval nodig is: bacteriën en schimmels. Een watercorridor moet zo worden ingericht dat aanwezige – of toegevoegde – bacteriën en schimmels in een vochtige omgeving nutriënten kunnen afbreken. “Door pilots te doen, kun je meten of de omstandigheden ideaal zijn voor de aanwezige bacteriën en schimmels. Als dat niet zo is, kun je de omstandigheden aanpassen of bacteriën en schimmels toevoegen. Je wilt het zo inrichten dat je absorberende lagen krijgt die doordrenkt zijn van planten die vol zitten met de bacteriën en schimmels die je nodig hebt. Schimmels zijn namelijk in staat om hele grote, moeilijke moleculen – zoals die in gewasbeschermingsmiddelen voorkomen – af te breken. Ze maken enzymen aan die ze als het ware in hun omgeving ‘uitstrooien’, waardoor complexe moleculen kapot worden gemaakt. Bacteriën eten vervolgens die kapotte moleculen op. Als je dit in een watercorridor toepast, creëer je een heel eigen ecosysteem.”

Een voorbeeld van hoe dit werkt: “DOW Chemicals in Terneuzen heeft een heleboel populieren geplant op hun eigen bedrijfsterrein. Wij hebben onderzocht hoe die populieren helpen om stoffen die in grondwater zitten, af te breken. Deze stoffen waren als niet-afbreekbaar bestempeld. Wij hebben zestien nieuwe bacteriën gevonden na monsters genomen te hebben rond die bomen. Niemand heeft die toegevoegd: het is echt de verdienste van de bomen zelf. Er ontstaat een ecosysteem in de grond waardoor dit soort processen gaan lopen. Als je de natuur de gelegenheid geeft dit te ontwikkelen, blijkt elke keer weer dat daar zoveel potentie inzit. Wij kunnen de natuur daar een handje bij helpen, door ideale omstandigheden te creëren.”

Op zoek naar marktpartijen

Op de vraag of de weg naar daadwerkelijke realisatie van watercorridors overeenkomsten vertoont met missiewerk, knikt Henssen. “We weten dat deze natuurlijke buffers kunnen zorgen voor een betere bodem- en waterkwaliteit. We willen met pilotprojecten aantonen hoe groot die werking precies is. Dat technische werk ‘op de achtergrond’ moeten we op de voorgrond brengen, zodat partijen in de markt het oppikken, het interessant gaan vinden en zich melden om mee te werken.” Bewijs dat het werkt, of partijen die land of middelen beschikbaar stellen; het is een beetje het kip of ei verhaal, wat komt eerst? “Eén van mijn taken binnen Bioclear earth is dit soort innovatieve projecten ‘lostrekken’. Mijn ervaring is dat de kip en het ei een beetje gelijk op gaan. We stoppen er continu tijd in, maar we gunnen het ook de tijd om te rijpen bij partijen die er waarde aan zouden kunnen toevoegen. Draagvlak creëren en ook de niet-technische aspecten in kaart brengen en onderzoeken is minstens zo belangrijk.” Het is afwachten of de pilot in bijvoorbeeld de Veenkoloniën van de grond komt. “Uiteindelijk kan deze techniek overal in Nederland worden toegepast, maar het zou fantastisch zijn om hier in het Noorden te kunnen starten. Wij gaan graag in gesprek met partijen die geïnteresseerd zijn in onze ideeën.”

Vergelijkbare berichten

Heeft u interessant nieuws of een bijzonder verhaal?

Laat het ons weten via nieuws@kijkophetnoorden.nl of via onze handige nieuwsmodule.

Nieuws aanleveren

Zoeken naar:

Om deze website optimaal te laten functioneren gebruiken wij cookies. Voor meer informatie zie ons cookiebeleid. Lees meer.

Ik ga akkoord