Vierde generatie aan het roer bij bouwbedrijf De Vries Woudsend

Bouw- en infrabedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan een goed woon-, werk- en leefklimaat in Nederland. De totale bouwsector is goed voor zo’n 4,5% van het bruto binnenlands product en voor een productie van ruim 60 miljard euro. Bouwbedrijf de Vries in Woudsend draagt al honderd jaar zijn steentje bij aan de vaderlandse bouwproductie. “Dat doen we met passie en vakmanschap”, aldus directeur Harry de Vries.

Harry de Vries vertegenwoordigt de vierde generatie die aan het roer staat van het familiebedrijf. Wat de honderdjarige bedrijfsgeschiedenis hem vooral heeft geleerd is dat je altijd aan het langste eind trekt als je streeft naar kwaliteit van de bovenste plank. Niet de makkelijkste, maar de beste weg kiezen. Het was het motto van oprichter Rimmer de Vries in 1918. Maar ook van zijn zoons Haaye en Jelle die in de veertiger jaren het bedrijf overnamen (Jelle emigreerde na de oorlog naar Canada) en van hún zoons Max en Jelle die in 1974 de derde generatie vormden. Gaan voor het hoogst haalbare is óók het motto van Harry de Vries, die in 2005 directeur werd. In mei van dit jaar bestond het bedrijf een eeuw. Het werd gevierd met een feestelijke jubileumdag, die onder andere werd bijgewoond door Maxime Verhagen.

Springlevend
De oud-minister van buitenlandse zaken is sinds een aantal jaren voorzitter van brancheorganisatie Bouwend Nederland. Verhagen noemde het een topprestatie dat het familiebedrijf uit Woudsend nog steeds springlevend is. Ondanks economische stormen en maatschappelijke drama’s, zoals een crisis in dertiger jaren van de vorige eeuw, een wereldoorlog en opnieuw een crisis aan het begin van de 21ste eeuw, is het bedrijf overeind gebleven. Verhagen deelt met Harry de Vries overigens niet alleen een passie voor bouwen, maar ook voor motorrijden. Het prominente CDA-lid is samen met De Vries steevast van de partij tijdens de jaarlijkse motortoertocht van Bouwend Nederland.

Eigen benadering
Het bedrijf van De Vries is gespecialiseerd in restauratie, onderhoud en renovatie, nieuwbouw, verbouw en utiliteitsbouw. Elk aandachtsgebied vereist zijn eigen benadering, zo stelt De Vries. “Zo vraagt restauratie om kennis van oude bouwmethoden en oog voor authentieke details en bouwwijzen. Onderhoud en renovatie is gericht op het op peil houden van de waarde en de kwaliteit van bijvoorbeeld een woning. Bij nieuwbouw en verbouw gaat het om de exacte vertaling van de wensen van de gebruiker in een ontwerp, maar ook om meedenken over alle zaken die samenhangen met het project. Utiliteitsbouw tenslotte is een specifieke vorm van bouw. In het voortraject moet je verschillende zaken grondig onderzoeken en afspraken maken op het gebied van bijvoorbeeld vergunningen, architectuur en milieu. Die tijdrovende werkzaamheden kunnen wij opdrachtgevers uit handen nemen.”

Vakmanschap
Een mooi voorbeeld van het vakmanschap en de toewijding van het bedrijf is het bedrijfspand van dorpsgenoot Bootwerk (interieurbouw voor jachten). De Vries bouwde een fraai pand (productie, showroom en kantoren) aan de oever van de Wellesloot. Een gedurfd ontwerp met een verrassende combinatie van onbehandelde red cedar kozijen en gevelbekleding. Een ander staaltje van vakmanschap is de bouw van het nieuwe studiepaviljoen bij RSG Magister Alvinus in Sneek: een mooi ontwerp met grote gelamineerde spanten en open glazen vliesgevels. Bij dit project werden de logistieke kwaliteiten van het bedrijf stevig op de proef gesteld, want alle grotere materialen en het materieel moest over het dak naar de bouwplek worden getransporteerd. Ondertussen moest de school doordraaien.

Flexibeler
Het gaat goed met het bedrijf. De economie is aangetrokken. Er wordt weer volop gebouwd. Wat hij nog altijd spijtig vindt is dat er tijdens de crisis afscheid moest worden genomen van een aantal mensen. Net als bij veel andere bouwbedrijven was het de enige mogelijkheid om het hoofd boven water te houden en de economische storm te trotseren. Ondertussen is het team weer uitgebreid. Een aantal mensen voor wie in de crisis geen werk was kon terugkeren. Daarnaast zijn er leerlingen van Bouw Mensen aan de slag. Dit is een vereniging van bouw- en infra-opleidingsbedrijven, die is ontstaan vanuit Bouwend Nederland. Bij De Vries staan nu tien werknemers op de loonlijst. Voor grote projecten worden professionals ingehuurd. Het bedrijf beschikt over een goed netwerk van vakmensen in verschillende disciplines. “Zo ben je als aannemer flexibeler en kun je de kosten beter in de hand houden. Ik noem het toekomstbestendig ondernemen.”